Het kader van het programma aangaande de ontwikkeling van het jonge kind is met name beïnvloed door het werk van de Russische psycholoog Vygotsky.

Hoe taal en spel in relatie tot de sociale omgeving van het kind de ontwikkeling vormgeeft, spreekt mij in het bijzonder aan. Het kind ontwikkelt zich door de interactie met de wereld om hem heen. Verbeelding brengt een realisatie van verlangens (i.p.v. huilend op de grond te mopperen wanneer het zijn zin niet krijgt als baby/peuter) en in dit spel ontdekt het kind de sociale regels van de omgeving welke tevens een vorm van zelfregulering bewerkstelligt. Door spraak & woorden van buitenaf vormt zich een vocabulaire binnenin het kind, waarin het kind zijn gedachten kan gaan verwoorden, spiegelen en organiseren.

Het kind ervaringen laten opdoen die net buiten het eigen kunnen liggen stelt hem in staat de zelfstandigheid te vergroten, te leren en zich verder te ontwikkelen. Het kind prikkelen, uitdagen, niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk. Aanleg alleen is niet voldoende, het kind heeft ook de juiste leer- en leefomgeving nodig. De meeste impact heeft deze in de 1e 7 levensjaren van het kind, wat hierin wel of niet geleerd en ervaren wordt, is van invloed op het verdere verloop van zijn leven. Volwassenen in de directe omgeving van het kind spelen hierin een cruciale rol.

Dit materiaal is ontwikkeld als aanvulling op hun aanbod of bij gebrek hieraan. Het neemt het kind spelenderwijs bij de hand om de wereld om zich heen in woord & plaat te ontdekken. Door dans & beweging geeft het de innerlijke belevingswereld handen en voeten. Zo kan het kind voorbereid & vol zelfvertrouwen aan school beginnen.